Beleggingsbeleid Module Basispensioen
Om de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen wenst het bestuur van Pensioenfonds Croda de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen.
In lijn hiermee is de hoofddoelstelling van het beleggingsbeleid: “het op lange termijn realiseren van een zo hoog mogelijk rendement uitgaande van het strategische beleggingsbeleid bij een acceptabel risico, rekening houdend met de verplichtingenstructuur van het pensioenfonds.”
Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Onder het beleggingsbeleid wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische beleggingsportefeuille en bandbreedtes, de benchmarks, de selectie en aanstelling van de vermogensbeheerder(s), het opstellen van het mandaat voor de vermogensbeheerder, het toetsen en evalueren van het gevoerde en te voeren beleid van de vermogensbeheerder, het onderhouden van contacten met adviseurs en het bijhouden van beleggingstechnische kennis.
Uitvoering
Het bestuur heeft BNP Paribas Asset Management (BNPP) aangesteld als externe fiduciair vermogensbeheerder om binnen de opgestelde doelstellingen en restricties het beleggingsbeleid uit te voeren. BNPP is binnen de hier geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van belegging en herbelegging. BNPP is verantwoordelijk voor het verzamelen, administreren en rapporteren over de beleggingen aan het bestuur. BNPP onderzoekt de naleving van het uitsluitingen beleid sanctiemaatregelen door externe managers middels periodieke uitvragen.
In de ‘Verklaring inzake beleggingsbeginselen’ zijn op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van stichting Pensioenfonds Croda opgenomen. De Verklaring is als bijlage bij de ABTN van het pensioenfonds opgenomen en wordt om de drie jaren herzien. Daarnaast wordt de Verklaring onverwijld herzien als er tussentijds een belangrijke wijziging in het beleggingsbeleid optreedt.
Samenstelling beleggingsportefeuille
Aan de hand van de uitkomsten van een zogenaamde Asset Liability Management (ALM-)studie heeft het bestuur een beleggingsportefeuille gekozen met een acceptabele combinatie van kansen op onderdekking, kansen op (volledige) toeslagverlening en een stabiele kosten efficiënte premie.
Het bestuur heeft medio 2020 besloten om de strategische beleggingsmix vast te stellen op:
- 50% vastrentende waarde ;
- 50% aandelen;
- een renteafdekking / hedgeratio van 50% van het renterisico van de nominale pensioenverplichtingen
Maatschappelijk verantwoord beleggen
Gegeven de financiële ambitie streeft het Pensioenfonds Croda ernaar om zo maatschappelijk verantwoord mogelijk te beleggen, in aansluiting op de wensen van de deelnemers.
Het fonds voert een uitsluitingsbeleid voor beleggingen in bedrijven en organisaties die activiteiten uitvoeren die volgens de Nederlandse wet zijn verboden. Concreet betreft het de betrokkenheid bij de productie van of handel in clusterbommen en anti-persoonsmijnen. Het fonds houdt zich voorts aan de door de EU ingestelde sancties ten aanzien van zowel bedrijven als personen. In bepaalde belegging categorieën wordt een beleggingsbeleid gehanteerd dat verder gaat dan alleen negatieve screening door bijvoorbeeld het UN Charter PRI toe te passen. Tevens dienen de beleggingen bij voorkeur bij te dragen aan de naleving van de 10 principes van United Nations Global Compact. Dit is zo vastgelegd in de verklaring beleggingsbeginselen (investment belief 17, consequentie voor het beleid).
Gezien de omvang van de portefeuille en de wijze van beleggen (met name passief en middels beleggingsfondsen) heeft het fonds geen directe invloed op de gemaakte keuzes van de beheerders.
Beleggingsbeleid Module Beleggingspensioen (DC-regeling)
De uitvoering van de modules Beleggingspensioen is door het pensioenfonds uitbesteed aan Nationale Nederlanden Investment Partners (NNIP). Op verzoek van het pensioenfonds stelt Nationale Nederlanden Investment Partners NV (NNIP) de LifeCycle Mix beschikbaar aan de deelnemers met een salaris boven de beleggingspensioengrens. De LifeCycle Mix is ontwikkeld door en in beheer bij NNIP. Meer informatie hoe NNIP omgaat met de SFDR en wat NNIP hieromtrent al heeft gedaan is te vinden via Sustainable Finance Disclosure Regulation | NN Investment Partners (nnip.com)
Met NNIP zijn afspraken gemaakt over:
- Invulling van de wettelijke zorgplicht;
- Kwaliteit van de Life Cycle en mogelijkheden voor andere beleggingsstrategieën;
- Transparante en zo laag mogelijk kosten;
De gestorte premie in de module Beleggingspensioen wordt standaard belegd in de Default Optie. Deze komt overeen met de Life Cycle Mix neutraal. De deelnemer heeft de keuze om af te wijken van de Default Optie en de gestorte premies naar keuze te beleggen. De deelnemers heeft hierbij de keuze uit:
- Life Cycle Mix offensief of defensief;
- Eigen verdeling in beschikbare beleggingsfondsen;
- Sparen.
Indien de deelnemer er voor kiest om af te wijken van de Default Optie moet er worden voldaan aan de zorgplicht uit de Pensioenwet. Daarvoor wordt er een cliëntprofiel van de deelnemer gemaakt. Het cliëntprofiel wordt vastgesteld op grond van een door de deelnemer juist en volledige ingevulde vragenlijst op de website van NNIP. Op basis van het cliëntprofiel krijgt de deelnemer een advies over de spreiding van de beleggingen in de relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico kleiner dient te worden naarmate de pensioendatum nadert.
Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR)
Op 10 maart 2021 is de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) in werking getreden. Pensioenfondsen en andere financiële markdeelnemers moeten informatie geven aan deelnemers over hun duurzaamheid en het groene gehalte van hun producten (voor het pensioenfonds de pensioenregeling).
Het pensioenfonds heeft in het kader van de SFDR-wetgeving een aantal keuzes gemaakt over de classificatie van de pensioenregeling en een aantal verplichtingen die dat met zich mee brengt, zoals informatieverplichtingen, due diligence bij duurzaamheidsrisico’s op beleggingen en het beloningsbeleid.
Duurzaamheidsrisico’s: wordt rekening gehouden met belangrijkste ongunstige effecten? (art 4)
Pensioenfonds Croda houdt geen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4 van de Informatieverschaffingsverordening (‘SFDR’) en de nog te verschijnen secundaire wetgeving.
De redenen om dit niet mee te wegen zijn:
- het fonds momenteel geen beschikking heeft tot gegevens die inzicht kunnen bieden in wat de ongunstige effecten zijn;
- de rapportageverplichtingen tot hogere kosten (kunnen) leiden. Vanaf 2022 geldt als onderdeel van SFDR een forse rapportageverplichting voor pensioenfondsen die ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren meewegen. Er zal gerapporteerd moeten gaan worden over een groot aantal indicatoren. Het fonds is daarbij ook afhankelijk van de gegevens over ongunstige effecten die de vermogensbeheerders kunnen aanbieden;
- het fonds wil eerst toetsen of zij aan deze rapportageverplichtingen kan voldoen, voordat zij er voor kiest de ongunstige effecten mee te wegen in de beleggingsbeslissingen;
- gezien de omvang van de portefeuille en de wijze van beleggen (met name passief en middels beleggingsfondsen) heeft het fonds geen directe invloed op de gemaakte keuzes van de beheerders.
Beloningsbeleid (art 5)
Artikel 5 (SFDR) betreft de transparantie over het beloningsbeleid.
De beloningsstructuur van Pensioenfonds Croda zet niet aan tot het nemen van buitensporige risico’s in verband met duurzaamheidsrisico’s. De beloning die het fonds betaalt aan zijn bestuursleden is onafhankelijk van het rendement van de portefeuille. Afweging van eventuele duurzaamheidrisico’s in het beleggingsproces worden daardoor niet beïnvloed door het beloningsbeleid voor bestuurders. Het beloningsbeleid is te vinden onder https://www.pfcroda.nl/wp-content/uploads/Beloningsbeleid.pdf
Classificatie pensioenregeling (art 8)
Artikel 8 (SFDR) betreft transparantie aan nieuwe deelnemers over het al dan niet promoten van ecologische of sociale kenmerken van de pensioenregeling.
Het bestuur classificeert de pensioenregeling als een overig product (geen promotie van duurzaamheid).